De huurtarieven voor sportaccommodaties staan onder druk. Druk op huurtarieven voor sportaccommodaties in Nederland groeit door inflatie en oplopende energiekosten, volgens de Huurtarievenmonitor van het Mulier Instituut. Dat meldt de website Alles over Sport.
Sportverenigingen die afhankelijk zijn van gemeentelijke accommodaties ervaren toenemende financiële druk als gevolg van stijgende huurtarieven. De Huurtarievenmonitor, uitgevoerd door het Mulier Instituut, werpt licht op de ontwikkelingen van deze tarieven en de impact ervan op de sportgemeenschap.
Uit het rapport blijkt dat ongeveer 75% van de sportverenigingen accommodaties van de gemeente huurt. Deze huurtarieven worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals het type huurder, de ruimte, de eenheid van gebruik, het moment van gebruik en de periode waarin het tarief van kracht is. Gemeenten hanteren vaak verschillende tarieven voor verenigingen en commerciële partijen.
Lagere tarieven
De meest recente gegevens, afkomstig uit 2022, illustreren dat sportverenigingen lagere tarieven betalen in vergelijking met commerciële partijen. Dit komt doordat gemeenten vaak subsidies verstrekken aan verenigingen om de huurkosten laag te houden. Deze benadering wordt ingegeven door het maatschappelijk belang van sport.
Stijging tarieven was gemiddeld 3%
De stijging van de huurtarieven in 2022 was gemiddeld 3%, wat relatief bescheiden was in vergelijking met de inflatie die in dezelfde periode tussen de 3% en 14% lag. De huurstijgingen werden echter niet uniform doorgevoerd, en 15% tot 25% van de gemeenten zag tarieven toenemen met meer dan 4%.
Inflatie niet volledig doorberekend
Interessant is dat het rapport benadrukt dat sommige gemeenten de inflatie niet volledig doorberekenen in hun huurtarieven. Dit kan te maken hebben met de financiële uitdagingen waarmee sportverenigingen worden geconfronteerd, waaronder de nasleep van de coronacrisis en hogere energiekosten. Dit heeft geleid tot een groter aandeel verenigingen dat financiële moeilijkheden ondervindt.
De ongelijkheid in tarieven is echter duidelijk aanwezig, met de hoogste gemiddelde tarieven in stedelijke gemeenten en hogere tarieven bij commerciële exploitanten van sportaccommodaties. Ook de gevolgen van energiekosten worden aangekaart, waarbij de helft van de verenigingen deze kosten doorbelast ziet in de huurtarieven. Dit heeft geleid tot een verhoogde financiële druk voor sommige verenigingen, met daaropvolgende effecten op contributies en financiële reserves.
In reactie op deze uitdagingen hebben gemeenten verschillende maatregelen genomen, waaronder de Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties (TVS) en het noodfonds energiekosten. Ondanks de complexiteit en variabiliteit van tarieven, is het duidelijk dat het behoud van betaalbare sportfaciliteiten een voortdurende inspanning vereist om de vitaliteit van de sportgemeenschap te waarborgen.